Zaken doen in de Russische olie- en gassector blijft een hachelijke zaak voor
westerse energiereuzen. Na jaren stoeien stoeien geeft het Britse BP de
strijd op.
Vrijdag maakte
BP bekend bereid te zijn te kijken naar de verkoop van zijn belang van
50 procent in zijn Russische joint venture TNK-BP. BP benadrukte dat het
niet zeker is dat er een deal komt, maar gaf aan te zijn benaderd door
partijen die BP willen uitkopen.
Daarmee lijkt definitief een einde te komen aan het grote Russische avontuur
van BP. In 2003 startte BP met de joint venture in Rusland, die afgelopen
jaar goed was 29 procent van de olieproductie van BP en 27 procent van de
oliereserves. Sinds 2003 heeft de Russische dochter voor 19 miljard dollar
dividend uitgekeerd aan moederbedrijf BP.
BP en Rusland
Van de drie westerse energiegiganten ExxonMobil, Shell en BP had
laatstgenoemde het afgelopen decennium veruit de sterkste banden met
Rusland. BP raakte echter verstrikt in de politieke complicaties rond de nog
altijd sterk door de staat gedomineerde Russische energiesector.
BP had voortdurend ruzie met zijn Russische partner AAR, die gecontroleerd
wordt door een groep Russische miljardairs. De huidige topman van BP, de
Amerikaan Bob Dudley, leidde eerder de jointventure TNK-BP, maar werd door
de Russische overheid gedwongen het land te verlaten.
De Russische president Putin heeft het afgelopen decennium nadrukkelijk zijn
stempel gedrukt op de relaties met westerse olie- en gasbedrijven. Rusland
wil aan de ene kant de technische expertise van westerse concerns benutten.
Tegelijk let Putin er scherp op dat de Russische staat controle houdt over
projecten. Hij is wars van meerderheidsbelangen voor westerse bedrijven.
Dat merkte het Brits-Nederlandse Shell al in 2005. Onder politiek druk
accepteerde Shell dat het Russische staatsbedrijf Gazprom net iets meer dan
50 procent verwierf in een groot gas- en olieproject bij het schiereiland
Sachalin.
lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl